Gat in de markt

2013 / 2 x 50′

Hypotheekadviseur Remco Trommel heeft het Ei van Columbus: als je terminale patiënten een voorschot geeft op hun levensverzekering, die na hun overlijden pas wordt uitgekeerd, kunnen cliënten vóór hun dood hun droom verwezenlijken.

In aflevering 1 wordt het idee voor het bedrijf geboren als Remco’s vader sterft. Er is te weinig geld voor de dure sapkuren die zijn vader in het buitenland bestelt. Na zijn dood laat hij slechts schulden achter. Als Remco’s bedrijf toen had bestaan, had zijn vader er volgens Remco zeker gebruik van gemaakt. Om het bedrijf te starten moet Remco financiers vinden. Daarnaast heeft hij doodzieke mensen nodig die hun levensverzekering aan hem willen verpanden. Door de kredietcrisis zijn financiers echter kopschuw geworden. Maar dankzij het netwerk dat hij als hypotheekadviseur heeft en de jaarlijkse 10 % procent rente die hij in het vooruitzicht stelt lukt het hem een behoorlijk bedrag binnen te halen. Het werven van doodzieke cliënten is een groter probleem. Remco flyert zijn handen blauw in artsenpraktijken en ziekenhuizen, maar krijgt nauwelijks respons.

In aflevering 2 pakken donkere wolken zich samen boven het bedrijf. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) ziet niets in Remco’s plannen en raadt hem aan te stoppen. Maar Remco laat zich niet ontmoedigen. Terwijl de klanten wegblijven, betaalt hij zijn investeerders keurig 10 % rente en teert daarmee in op zijn vermogen. Op een dag meldt zich een ex-zakenpartner die zegt veel geld van Remco te krijgen. Deze ex-partner heeft zijn vordering doorverkocht aan een kennis. Deze kennis dreigt met een knokploeg als Remco niet op tijd betaalt. Als de knokploeg daadwerkelijk op kantoor verschijnt en vervolgens ook Remco’s gezin bedreigt, zijn de rapen gaar.

Bekijk deel een

Bekijk deel twee

Omroep	NCRV
Camera en interviews	Frans Bromet
Productie, research en geluid	Olivia Buning, Femke Hoogendoorn en Martine Swildens
Samenstelling en montage	Jeannine Kooistra en Silvia Bromet
Online montage	Sander van Gaalen
Muziek	Ruben Bromet en Jesper Ankarfeldt